Verkeerslichten

Een driekleurig verkeerslicht. Verkeerslichten worden toegepast om een vlotte en veilige doorstroming te bereiken. Je komt verkeerslichten meestal tegen bij grote of gevaarlijke kruispunten. Soms komt het voor dat verkeerslichten niet werken. In dit geval moet je de aanwijzingen van de verkeersborden volgen. Zijn deze er niet, volg dan de wegmarkeringen die op het wegdek zijn aangebracht. Als deze ook niet aanwezig zijn, volg dan de regels van een gelijkwaardig kruispunt.  

Driekleurige verkeerslichten

De meeste verkeerslichten hebben drie kleuren, groen, geel/oranje en rood. Groen voor rijden, rood voor stoppen en geel/oranje als waarschuwing voor het rode licht. In sommige verkeerslichten zie je de vorm van een pijl. Aan deze pijl kun je zien voor welke richting dit verkeerslicht geldt. Voorbeeld: Als een verkeerslicht met een pijl naar links op groen springt, mag het links afslaande verkeer naar links gaan rijden.

Overige verkeerslichten

Naast de driekleurige verkeerslichten zijn er ook nog andere verkeerslichten die je kunt tegenkomen in het verkeer. Lees hieronder welke dat zijn!

Geel/oranje verkeerslicht

Als je teveel snelheid hebt om nog te stoppen voor het geel/oranje licht, mag je doorrijden. Als je nog wel kunt stoppen, moet je dit altijd doen.

Tweekleurige verkeerslichten

Tweekleurige verkeerslichten hebben een geel/oranje en een rood licht. Deze lichten vind je soms bij een druk zebrapad.

Geel/oranje knipperlicht

Dit licht waarschuwt dat je een gevaarlijk punt nadert. Bij dit licht staat meestal een bord dat aangeeft waarvoor je moet opletten.

Overweglichten

Als er bij een overweg een wit licht knippert, dan nadert er geen trein. Als er een rood licht knippert, dan moet je stoppen. Er nadert een trein.

Rijstrooksignalering

Boven een snelweg of autoweg hangt soms een rijstrooksignalering. De volgende omschrijvingen kan je tegenkomen:

• BUS: bestuurders van een autobus of taxi mogen deze rijstrook gebruiken;
• Maximumsnelheid: deze geldt voor de rijstrook waarbij dit wordt aangegeven;
• Rood kruis: deze rijstrook mag niet worden gebruikt;
• Wit rondje met een schuine streep: einde van alle verboden die aangegeven zijn op de vorige signaleringsborden.

Hiërarchie verkeerslichten

In het verkeer kom je soms verkeerslichten en verkeerstekens samen tegen. Bijvoorbeeld op een kruispunt. Welke moet je dan volgen? Hieronder vind je een lijstje met daarin de hiërarchie van de belangrijkheid. Je volgt altijd de algemene verkeersregels, als er verkeerstekens op het wegdek staan, volg je die, etc. De bovenste is dus de belangrijkste en weegt zwaarder dan 2 tot en met 5.

• 1. Aanwijzingen van bevoegde ambtenaren en verkeersregelaars;
• 2. Verkeerslichten;
• 3. Verkeersborden;
• 4. Verkeerstekens op het wegdek;
• 5. Algemene verkeersregels.