Een tweebaans autosnelweg.Het begin van een autoweg kun je herkennen aan het Verkeersbord G3. Het einde van een autoweg aan het Verkeersbord G4. Op autowegen mogen alleen voertuigen komen die minimaal 50 km/u kunnen en mogen rijden. De maximumsnelheid op een autoweg is 100 km/u. Een autoweg heeft meestal korte invoegstroken, uitvoegstroken en geen vluchtstroken. Let dus altijd goed op!
Het begin van een autosnelweg kun je herkennen aan het Verkeersbord G1. Het einde van een autosnelweg aan het Verkeersbord G2. Op autosnelwegen mogen alleen voertuigen rijden die minimaal 60 km/u kunnen en mogen rijden. De standaard maximumsnelheid op een autosnelweg is 130 km/u. Een autosnelweg is standaard uitgerust met vluchtstroken en minimaal twee rijstroken.
Je gebruikt zoveel mogelijk de rechter rijstrook. De linker rijstrook gebruik je om in te halen of als je bij een splitsing wilt voorsorteren. Blijf bij het inhalen niet onnodig linksrijden. Dit wekt irritatie op bij de mensen die jou willen inhalen. Als er aan de rechterkant iemand wil gaan invoegen, kijk dan of er voldoende ruimte is voor die persoon. Als die er niet is en je kunt een strook naar links opschuiven zonder anderen te hinderen, schuif dan op naar links.
Een spitsstrook.Op drukke autosnelwegen zijn soms spitsstroken aangebracht. Spitsstroken zijn vluchtstroken welke geschikt zijn gemaakt om als rijstrook te gebruiken. Tijdens bepaalde tijden (spitstijden) mag je deze spitsstroken gebruiken als rijstroken. Meestal wordt dit aangegeven door elektronische rijstrooksignalering boven de weg, maar soms ook met verkeersborden.
Op autosnelwegen wordt ruim van te voren aangegeven dat er wegwerkzaamheden aankomen. Pas je snelheid hierop aan en let goed op wat er komen gaat. Het kan zijn dat er van meerdere rijstroken ineens teruggegaan wordt naar één rijstrook, of dat er wegwerkers langs de weg lopen. Bij wegwerkzaamheden wordt er vaak gebruik gemaakt van tijdelijke strepen op het wegdek. Deze zijn bijna altijd geel van kleur. Je bent verplicht om de tijdelijke aanwijzingen te volgen. Wees altijd alert en rij voorzichtig.
Deze borden geven aan welke richting je moet aanhouden om naar bepaalde steden te rijden. Verkeersbord K1 is een beslissingswegwijzer. Vaak geven deze alleen de grote steden aan. Om deze reden moet je voor vertrek goed op de kaart kijken welke route je moet volgen.
Een uitrijstrook herken je door het blauwe bord met daarop een witte pijl en het woord UIT. Als je een afslag hebt gemist, mag je niet achteruit op de vluchtstrook. Neem de volgende afslag.
Soms komt het voor dat een autosnelweg opsplitst in twee snelwegen. Je kunt dit herkennen aan een rechthoekig bord met daarop groen/witte visgraat strepen. De wegen links en rechts van dit bord zijn autosnelwegen.
Hier mag je 100 km/uIn Nederland zijn er drie verschillende soorten wegen die aangegeven worden met een letter. Het soort weg waar je op rijdt, wordt meestal aangegeven op de borden langs de weg. Je ziet dan de letter en daarachter een nummer, bijvoorbeeld A12 of N255.
Hier mag je 80 km/uHier mag je 60 km/u, behalve als er een lagere snelheid is aangegeven.Op sommige wegen in Nederland moet je de snelheid aanpassen bij bepaalde wegmarkeringen. Deze wegmarkeringen zijn te herkennen aan strepen en kleuren aangebracht op het wegdek. Hieronder de drie verschillende snelheden en wegmarkeringen:
Maximum snelheid van 100 km/u
Maximum snelheid van 80 km/u
Maximum snelheid van 60 km/u
© Snelslagen.nl - Rijscholen vergelijk & gratis theorie examens