Zoek
Sluit dit zoekvak.

Dimlicht

In dit deel lees je meer over de verlichting die je als bestuurder moet voeren. Daarnaast vind je enkele overige verplichtingen die ook gelden. Om goed zichtbaar te zijn, is het belangrijk dat je auto voorzien is van goed werkende verlichting. Het meest veilige is om altijd met dimlicht te rijden, dit is echter niet verplicht.

Wat is dimlicht precies?

Het dimlicht is het meest gebruikte licht bij een auto. Het wordt ook weleens de normale verlichting genoemd. Het is verplicht dimlicht aan te hebben als het schemert of als het donker is. Ook overdag als het zicht slecht is, bijvoorbeeld door weersomstandigheden, moet je de dimlichten aan doen. Het is sowieso aan te raden om je dimlicht aan te hebben, aangezien je beter zichtbaar bent, ook overdag.

Stadslicht

Het stadslicht is de minst felle verlichting van een auto. Hoewel ze wel op de auto zitten, is het niet toegestaan om alleen met stadslichten te rijden. Je kiest er daarom altijd voor om de dimlichten aan te zetten tijdens het rijden. Stadslicht is meer bedoeld om een geparkeerd voertuig zichtbaar te maken. Daarom zou je het wellicht ook beter een ‘standlicht’ of ‘parkeerlicht’ kunnen noemen. 

Bij stadslicht branden de achterlichten, de kentekenplaatverlichting en twee kleine lampjes aan de voorzijde. De lampjes aan de voorkant maken het voertuig zichtbaar, maar verlichten niet het wegdek voor de auto. Stadslicht is verplicht als je ’s nachts (of bij slecht zicht overdag) buiten de bebouwde kom, een woonerf,  of op de rijbaan parkeert.

Groot licht

Groot licht gebruik je als je met dimlicht niet voldoende zicht hebt. Dit licht is erg fel en herkenbaar door het blauwe lampje in je dashboard, als auto symbool, dat gaat branden als je het groot licht aan zet. Let er wel op dat je de andere weggebruikers of tegenliggers niet hindert met groot licht. Het gebruik van groot licht is verboden in de volgende situaties:

  • Overdag;
  • Als je op korte afstand een voertuig volgt;
  • Als je een tegenligger tegenkomt.

Mistlicht

Een mistlamp geeft een zeer fel licht, zodat je ook in een mistbank goed zichtbaar bent. In andere verkeerssituaties mag je deze lichten niet gebruiken, omdat ze vervelend zijn voor andere weggebruikers. Indien je onterecht gebruik maakt van mistlampen, riskeer je een boete.

Dagrijverlichting (DRL)

Dagrijverlichting (DRL, ‘daytime running lights’) is verplicht op auto’s van na januari 2011. De verplichting geldt niet voor auto’s waarvan het model al langer op de markt is. DRL moet een naderende auto overdag beter zichtbaar maken. Bij auto’s die na 30 januari 2015 hun typegoedkeuring hebben gekregen, mogen tegenwoordig de achterlichten tegelijkertijd met de dagrijlichten branden. 

Wettelijk gezien mogen DRL’s alleen wit licht uitstralen. Daarnaast moeten ze aan staan bij een lopende motor en automatisch uitgaan (of overgaan in stadslicht) wanneer de normale verlichting wordt ingeschakeld. Aan het dashboard van de auto is niet te zien dat de DRL aan staat.

Verlichting tijdens slecht weer

Zoals eerder verteld zet je bij verminderd zicht de dimlichten aan. Daarnaast is het verstandig om bij bepaalde weersomstandigheden naast het dimlicht ook nog het mistlicht en/of mistachterlicht te gebruiken.

Zware regenval

Bij zware regenval is het toegestaan om mistlicht (voorzijde auto) te combineren met het dimlicht. Het zicht moet dan minder dan 200 meter zijn. Het mistachterlicht mag je niet voeren tijdens regenval.

Bij minder dan 50 meter zicht is het verstandig om het mistachterlicht aan te zetten. Als er mist of zware sneeuwval is met een zicht van minder dan 50 meter, mag je het mistachterlicht voeren.

Gerelateerd:

Jenny
Jenny

Mijn naam is Jenny en ik schrijf met veel plezier voor Snelslagen.nl! Ik heb jarenlang als rijinstructrice gewerkt en ben nu vooral bezig mensen te helpen hun theorie examens te halen. Hulp nodig? Neem contact op of bekijk één van onze cursussen!

Online theorie oefenen

Onze klanten zijn beter voorbereid op het CBR theorie examen!